Welkom bij

Wereldwinkel Renkum

De Taguanoot

Hun vriendschap is verrassend. De een weegt een paar gram; de ander een paar ton. De een is plantaardig, de ander behoort tot een dierenrijk. Ze leven op verschillende continenten. Toch zou de kleine Zuid-Amerikaanse taguanoot de machtige Afrikaanse olifant voor verdere zinloze slachtingen kunnen behoeden. Wat is tagua of ivoriet precies, en hoe is het een olifantenvriend geworden?

 

 

Een vreemde palmboom

De tagua- of ivoornoot is het zaad van een speciale groep palmen, de ivoorpalmen, die hoofdzakelijk in het noorden van Zuid-Amerika worden aangetroffen. Deze langzaam groeiende bomen hebben sierlijke veervormige bladeren die laag bij de grond te voorschijn komen. Jarenlang is er geen stam zichtbaar. Een ivoorpalm met een stam van twee meter hoog is minstens 35 tot 40 haar oud. Direct onder de bladeren ontwikkelen zich grote vezelige vruchtkolven. De vruchtkolf, die meestal zo'n tien kilo weegt, bestaat uit dicht op elkaar gepakte, houtige vruchten. Elke vrucht bevat over het algemeen vier tot negen zaden, die ongeveer de afmetingen en vorm van een kippenei hebben. In de beginfase bevatten de zaadholten een dorstlessende vloeistof die op kokosmelk lijkt. In de tweede fase stolt de vloeistof tot een eetbare, zoete gelatine. In de derde en eindfase rijpt de gelatine tot een harde, witte substantie die opmerkelijk veel op dierlijk ivoor lijkt. Na maximaal twee jaar zijn de tagua noten extreem hard.

Waarom een olifantenvriend                                                

Als ivoorsubstituut kan de taguanoot echt een olifantenvriend genoemd worden. De meedogenloze stroperij van dierlijk ivoor vormt een bedreiging voor het overleven van de Afrikaanse olifant. De taguanoot verschaft echter een praktisch alternatief, omdat plantenivoor er als dierlijk ivoor uitziet, bijzonder hard is, zich zeer goed laat polijsten en gemakkelijk kleurstoffen absorbeert. Tagua en dierlijk ivoor lijken zo sterk op elkaar dat handwerkslieden vaak wat van de bruine schaal aan hun producten laten zitten om aan te tonen dat ze geen gebruik maken van olifantsivoor - internationaal een verboden materiaal. Plantenivoor is geen recente ontdekking. In 1750 maakte de Zuid-Amerikaanse monnik Juan de Santa Gertrúdis in zijn kronieken reeds melding van taguanoten, die hij vergeleek met "marmeren ballen" die voor het snijden van beeldjes gebruikt werden. Begin deze eeuw exporteerde Ecuador, de voornaamste bron van tagua, jaarlijks duizenden tonnen van de noten, hoofdzakelijk voor de productie van knopen. Na de Tweede Wereldoorlog betekende de komst van nieuwe en goedkope plastics vrijwel het einde van de taguahandel. Tekenend voor de huidige hernieuwde belangstelling voor plantenivoor is dat Ecuador onlangs en een periode van 18 maanden 1650 ton naar Duitsland, Italië, Japan, de Verenigde Staten en achttien andere landen exporteerde. Hoe wordt tagua tegenwoordig bewerkt en gebruikt?

Tagua heeft veel toepassingen

De zaden worden, afhankelijk van hun watergehalte, tussen de een en drie maanden in de tropische zon te drogen gelegd. Daarna worden ze machinaal gepeld, naar grootte gesorteerd en in schijfjes gesneden voor gebruik in knopenfabrieken. Van tagua vervaardigde 'ivoren' knopen sieren soms zelfs de beste kwaliteitskleding ter wereld. Maar tagua wordt niet alleen voor knopen gebruikt. Sieraden, schaakstukken, rieten voor blaasinstrumenten, pianotoetsen en handvatten voor paraplu's behoren tot de uiteenlopende producten die van tagua worden gemaakt. De ivoorpalm biedt echter nog meer! Het fijne poeder dat na de verwerking achterblijft, wordt gebruikt om dierenvoer te verrijken. Het dient ook als brandstof om houtskool te maken. Van de palmbladeren worden watafstotende daken gemaakt. Bovendien verschaffen de oogst, de verwerking en ook de export van tagua werkgelegenheid voor velen. Bovenal kan plantenivoor een belangrijke bijdrage leveren aan het behoud van de Afrikaanse olifant. Als u dus de luxe van ivoor wenst, hoeft u niet naar de savannen van Afrika te kijken. Denk aan de Zuid-Amerikaanse regenwouden, die zo rijk aan ivoor zijn dat het aan bomen groeit! De tagua noten worden pas geoogst nadat de rijpe vruchten op de grond gevallen zijn. Hierbij wordt dus geen schade toegebracht aan het regenwoud.